Translation meaning & definition of the word "confess" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bekennen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Confess
[Bekennen]/kənfɛs/
verb
1. Confess to a punishable or reprehensible deed, usually under pressure
- synonym:
- confess ,
- squeal ,
- fink
1. Beken een strafbare of verwerpelijke daad, meestal onder druk
- synoniem:
- bekennen ,
- piepen ,
- fink
2. Admit (to a wrongdoing)
- "She confessed that she had taken the money"
- synonym:
- concede ,
- profess ,
- confess
2. Toegeven (aan een wangedrag)
- "Ze bekende dat ze het geld had aangenomen"
- synoniem:
- toegeven ,
- belijden ,
- bekennen
3. Confess to god in the presence of a priest, as in the catholic faith
- synonym:
- confess
3. Belijd god in aanwezigheid van een priester, zoals in het katholieke geloof
- synoniem:
- bekennen
Examples of using
Do you want me to confess to the murder?
Wil je dat ik de moord beken?
I must confess I haven't read it yet.
Ik moet bekennen dat ik het nog niet gelezen heb.
Did Tom confess?
Heeft Tom bekend?