Translation meaning & definition of the word "compile" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "compileren" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Compile
[Compileren]/kəmpaɪl/
verb
1. Get or gather together
- "I am accumulating evidence for the man's unfaithfulness to his wife"
- "She is amassing a lot of data for her thesis"
- "She rolled up a small fortune"
- synonym:
- roll up ,
- collect ,
- accumulate ,
- pile up ,
- amass ,
- compile ,
- hoard
1. Samenbrengen of verzamelen
- "Ik verzamel bewijs voor de ontrouw van de man aan zijn vrouw"
- "Ze verzamelt veel gegevens voor haar proefschrift"
- "Ze heeft een klein fortuin opgerold"
- synoniem:
- oprollen ,
- verzamelen ,
- accumuleren ,
- opstapelen ,
- amass ,
- compileren ,
- schat
2. Put together out of existing material
- "Compile a list"
- synonym:
- compose ,
- compile
2. Samengesteld uit bestaand materiaal
- "Compileer een lijst"
- synoniem:
- componeren ,
- compileren
3. Use a computer program to translate source code written in a particular programming language into computer-readable machine code that can be executed
- synonym:
- compile
3. Gebruik een computerprogramma om broncode die in een bepaalde programmeertaal is geschreven te vertalen in computerleesbare machinecode die kan worden uitgevoerd
- synoniem:
- compileren