Translation meaning & definition of the word "competitor" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "concurrent" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Competitor
[Concurrent]/kəmpɛtətər/
noun
1. The contestant you hope to defeat
- "He had respect for his rivals"
- "He wanted to know what the competition was doing"
- synonym:
- rival ,
- challenger ,
- competitor ,
- competition ,
- contender
1. De deelnemer die je hoopt te verslaan
- "Hij had respect voor zijn rivalen"
- "Hij wilde weten wat de wedstrijd deed"
- synoniem:
- rivaal ,
- uitdager ,
- concurrent ,
- concurrentie ,
- mededinger