Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "comfort" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "comfort" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Comfort

[Comfort]
/kəmfərt/

noun

1. A state of being relaxed and feeling no pain

  • "He is a man who enjoys his comfort"
  • "She longed for the comfortableness of her armchair"
    synonym:
  • comfort
  • ,
  • comfortableness

1. Een staat van ontspannen zijn en geen pijn voelen

  • "Hij is een man die geniet van zijn troost"
  • "Ze verlangde naar de comfort van haar fauteuil"
    synoniem:
  • comfort

2. A feeling of freedom from worry or disappointment

    synonym:
  • comfort

2. Een gevoel van vrijheid van zorgen of teleurstelling

    synoniem:
  • comfort

3. The act of consoling

  • Giving relief in affliction
  • "His presence was a consolation to her"
    synonym:
  • consolation
  • ,
  • comfort
  • ,
  • solace

3. Het troosten

  • Verlichting geven bij verdrukking
  • "Zijn aanwezigheid was een troost voor haar"
    synoniem:
  • troost
  • ,
  • comfort

4. A freedom from financial difficulty that promotes a comfortable state

  • "A life of luxury and ease"
  • "He had all the material comforts of this world"
    synonym:
  • ease
  • ,
  • comfort

4. Een vrijheid van financiële moeilijkheden die een comfortabele staat bevordert

  • "Een leven van luxe en gemak"
  • "Hij had alle materiële gemakken van deze wereld"
    synoniem:
  • gemak
  • ,
  • comfort

5. Satisfaction or physical well-being provided by a person or thing

  • "His friendship was a comfort"
  • "A padded chair was one of the room's few comforts"
    synonym:
  • comfort

5. Voldoening of fysiek welzijn geleverd door een persoon of ding

  • "Zijn vriendschap was een troost"
  • "Een beklede stoel was een van de weinige gemakken van de kamer"
    synoniem:
  • comfort

6. Bedding made of two layers of cloth filled with stuffing and stitched together

    synonym:
  • quilt
  • ,
  • comforter
  • ,
  • comfort
  • ,
  • puff

6. Beddengoed gemaakt van twee lagen stof gevuld met vulling en aan elkaar gestikt

    synoniem:
  • quilt
  • ,
  • dekbed
  • ,
  • comfort
  • ,
  • bladerdeeg

7. Assistance, such as that provided to an enemy or to a known criminal

  • "It gave comfort to the enemy"
    synonym:
  • comfort

7. Hulp, zoals die wordt verleend aan een vijand of aan een bekende crimineel

  • "Het gaf troost aan de vijand"
    synoniem:
  • comfort

verb

1. Give moral or emotional strength to

    synonym:
  • comfort
  • ,
  • soothe
  • ,
  • console
  • ,
  • solace

1. Morele of emotionele kracht geven

    synoniem:
  • comfort
  • ,
  • kalmeren
  • ,
  • console
  • ,
  • troost

2. Lessen pain or discomfort

  • Alleviate
  • "Ease the pain in your legs"
    synonym:
  • comfort
  • ,
  • ease

2. Verminderen pijn of ongemak

  • Verlichten
  • "Verlicht de pijn in je benen"
    synoniem:
  • comfort
  • ,
  • gemak

Examples of using

How could I comfort you?
Hoe kan ik je troosten?
She cried and cried, but nobody came to comfort her.
Ze huilde en huilde, maar niemand kwam haar troosten.
There is some comfort in the emptiness of the sea, no past, no future.
Er is wat comfort in de leegte van de zee, geen verleden, geen toekomst.