Translation meaning & definition of the word "clamp" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "klem" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Clamp
[Klem]/klæmp/
noun
1. A device (generally used by carpenters) that holds things firmly together
- synonym:
- clamp ,
- clinch
1. Een apparaat ( dat over het algemeen wordt gebruikt door timmerlieden ) dat dingen stevig bij elkaar houdt
- synoniem:
- klem ,
- clinch
verb
1. Fasten or fix with a clamp
- "Clamp the chair together until the glue has hardened"
- synonym:
- clamp
1. Vastmaken of bevestigen met een klem
- "Klem de stoel tegen elkaar totdat de lijm is uitgehard"
- synoniem:
- klem
2. Impose or inflict forcefully
- "The military government clamped a curfew onto the capital"
- synonym:
- clamp
2. Krachtig opleggen of toebrengen
- "De militaire regering hield een avondklok op de hoofdstad"
- synoniem:
- klem