Translation meaning & definition of the word "choir" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "koor" in Nederlandse taal
English⟶Dutch
Choir
[Koor]/kwaɪər/
noun
1. A chorus that sings as part of a religious ceremony
- synonym:
- choir
1. Een refrein dat zingt als onderdeel van een religieuze ceremonie
- synoniem:
- koor
2. A family of similar musical instrument playing together
- synonym:
- choir ,
- consort
2. Een familie van vergelijkbaar muziekinstrument die samen speelt
- synoniem:
- koor ,
- consort
3. The area occupied by singers
- The part of the chancel between sanctuary and nave
- synonym:
- choir
3. Het gebied bezet door zangers
- Het deel van het koor tussen heiligdom en schip
- synoniem:
- koor
verb
1. Sing in a choir
- synonym:
- choir ,
- chorus
1. Zingen in een koor
- synoniem:
- koor ,
- refrein
Examples of using
Mary sings in the church choir.
Mary zingt in het kerkkoor.
You're preaching to the choir.
Je predikt tot het koor.
She has been invited to sing in a choir in a foreign country.
Ze is uitgenodigd om te zingen in een koor in het buitenland.