Translation of "choice" into Dutch

Choice

IPA : /ʧɔɪs/

synonyms:

• option,
• pick,
• selection,
• select,
• prize,
• alternative,
• quality

You have a choice to make.

Je hebt een keuze te maken.

Tom has no choice but to leave.

Tom heeft geen andere keuze dan te vertrekken.

It was your choice.

Het was jouw keuze.

We had no other choice.

We hadden geen andere keus.

I have no other choice.

Ik heb geen andere keus.

I'm giving you a choice.

Ik geef je een keuze.

I'm afraid we have no choice.

Ik ben bang dat we geen keus hebben.

I think you made the right choice.

Ik denk dat je de juiste keuze hebt gemaakt.

I suppose we have no choice.

Ik veronderstel dat we geen keus hebben.

What other choice do we have?

Welke andere keuze hebben we?

I have no choice at all.

Ik heb helemaal geen keus.

I don't think we have any choice.

Ik denk dat we geen keus hebben.

I don't think we have a choice.

Ik denk niet dat we een keuze hebben.

You didn't have any choice.

Je had geen keus.

That's your choice.

Dat is jouw keuze.

Make a choice.

Maak een keuze.

It's their choice.

Het is hun keuze.

dwm is my window manager of choice.

dwm is mijn favoriete windowmanager.

When destiny calls, the chosen have no choice.

Wanneer het lot roept, hebben de uitverkorenen geen keus.

You leave me no choice.

Je laat me geen keus.