Translation meaning & definition of the word "certitude" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "certitude" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Certitude
[Zekerheid]/sərtətud/
noun
1. Total certainty or greater certainty than circumstances warrant
- synonym:
- certitude ,
- cocksureness ,
- overconfidence
1. Totale zekerheid of meer zekerheid dan de omstandigheden rechtvaardigen
- synoniem:
- zekerheid ,
- onstuimigheid ,
- overmoed