Translation meaning & definition of the word "cascade" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "cascade" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Cascade
[Cascade]/kæsked/
noun
1. A small waterfall or series of small waterfalls
- synonym:
- cascade
1. Een kleine waterval of een reeks kleine watervallen
- synoniem:
- cascade
2. A succession of stages or operations or processes or units
- "Progressing in severity as though a cascade of genetic damage was occurring"
- "Separation of isotopes by a cascade of processes"
- synonym:
- cascade
2. Een opeenvolging van fasen of operaties of processen of eenheden
- "Vooruitgang in ernst alsof er een cascade van genetische schade is opgetreden"
- "Scheiding van isotopen door een cascade van processen"
- synoniem:
- cascade
3. A sudden downpour (as of tears or sparks etc) likened to a rain shower
- "A little shower of rose petals"
- "A sudden cascade of sparks"
- synonym:
- shower ,
- cascade
3. Een plotselinge stortbui ( als van tranen of vonken enz. ) vergeleken met een regendouche
- "Een kleine douche van rozenblaadjes"
- "Een plotselinge cascade van vonken"
- synoniem:
- douche ,
- cascade
verb
1. Rush down in big quantities, like a cascade
- synonym:
- cascade ,
- cascade down
1. Haast je in grote hoeveelheden naar beneden, als een cascade
- synoniem:
- cascade ,
- cascade naar beneden
2. Arrange (open windows) on a computer desktop so that they overlap each other, with the title bars visible
- synonym:
- cascade
2. Plaats ( open vensters ) op een computerdesktop zodat ze elkaar overlappen, met de titelbalken zichtbaar
- synoniem:
- cascade