Translation meaning & definition of the word "caravan" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "caravan" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Caravan
[Caravan]/kærəvæn/
noun
1. A procession (of wagons or mules or camels) traveling together in single file
- "We were part of a caravan of almost a thousand camels"
- "They joined the wagon train for safety"
- synonym:
- caravan ,
- train ,
- wagon train
1. Een processie ( van wagons of muilezels of kamelen ) die samen reizen in één bestand
- "We maakten deel uit van een caravan van bijna duizend kamelen"
- "Ze zijn voor de veiligheid bij de wagentrein gekomen"
- synoniem:
- caravan ,
- trein ,
- wagen trein
2. A camper equipped with living quarters
- synonym:
- van ,
- caravan
2. Een camper voorzien van woonvertrekken
- synoniem:
- van ,
- caravan
verb
1. Travel in a caravan
- synonym:
- caravan
1. Reis in een caravan
- synoniem:
- caravan
Examples of using
Dogs bark when the caravan passes by.
Honden blaffen als de caravan voorbij komt.