Translation meaning & definition of the word "captain" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "kapitein" in de Nederlandse taal
Captain
[Captain]noun
1. An officer holding a rank below a major but above a lieutenant
- synonym:
- captain
1. Een officier met een rang onder een majoor maar boven een luitenant
- synoniem:
- captain
2. The naval officer in command of a military ship
- synonym:
- captain ,
- skipper
2. De marineofficier die het bevel voert over een militair schip
- synoniem:
- captain ,
- schipper
3. A policeman in charge of a precinct
- synonym:
- captain ,
- police captain ,
- police chief
3. Een politieagent die de leiding heeft over een politiebureau
- synoniem:
- captain ,
- politie kapitein ,
- politiechef
4. An officer who is licensed to command a merchant ship
- synonym:
- master ,
- captain ,
- sea captain ,
- skipper
4. Een officier die een vergunning heeft om het bevel te voeren over een koopvaardijschip
- synoniem:
- master ,
- captain ,
- zeekapitein ,
- schipper
5. The leader of a group of people
- "A captain of industry"
- synonym:
- captain ,
- chieftain
5. De leider van een groep mensen
- "Een kapitein van de industrie"
- synoniem:
- captain ,
- chieftain
6. The pilot in charge of an airship
- synonym:
- captain ,
- senior pilot
6. De piloot die de leiding heeft over een luchtschip
- synoniem:
- captain ,
- senior piloot
7. A dining-room attendant who is in charge of the waiters and the seating of customers
- synonym:
- captain ,
- headwaiter ,
- maitre d'hotel ,
- maitre d'
7. Een eetkamerbediende die verantwoordelijk is voor de obers en de zitplaatsen van klanten
- synoniem:
- captain ,
- hoofdwaiter ,
- maitre d'hotel ,
- maitre d'
verb
1. Be the captain of a sports team
- synonym:
- captain
1. Wees de aanvoerder van een sportteam
- synoniem:
- captain