Translation meaning & definition of the word "cantor" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "cantor" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Cantor
[Cantor]/kæntər/
noun
1. The musical director of a choir
- synonym:
- choirmaster ,
- precentor ,
- cantor
1. De muzikaal leider van een koor
- synoniem:
- koordirigent ,
- precentor ,
- voorzanger
2. The official of a synagogue who conducts the liturgical part of the service and sings or chants the prayers intended to be performed as solos
- synonym:
- cantor ,
- hazan
2. De ambtenaar van een synagoge die het liturgische deel van de dienst leidt en de gebeden zingt of zingt die bedoeld zijn om als solo's te worden uitgevoerd
- synoniem:
- voorzanger ,
- hazan