Translation meaning & definition of the word "canon" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "canon" in de Nederlandse taal
Canon
[Canon]noun
1. A rule or especially body of rules or principles generally established as valid and fundamental in a field or art or philosophy
- "The neoclassical canon"
- "Canons of polite society"
- synonym:
- canon
1. Een regel of een bijzonder geheel van regels of principes die algemeen zijn vastgesteld als geldig en fundamenteel in een veld of kunst of filosofie
- "De neoklassieke canon"
- "Canons of beleefde samenleving"
- synoniem:
- canon
2. A priest who is a member of a cathedral chapter
- synonym:
- canon
2. Een priester die lid is van een kathedraalhoofdstuk
- synoniem:
- canon
3. A ravine formed by a river in an area with little rainfall
- synonym:
- canyon ,
- canon
3. Een ravijn gevormd door een rivier in een gebied met weinig regenval
- synoniem:
- canyon ,
- canon
4. A contrapuntal piece of music in which a melody in one part is imitated exactly in other parts
- synonym:
- canon
4. Een contrapuntisch muziekstuk waarin een melodie in het ene deel precies in andere delen wordt nagebootst
- synoniem:
- canon
5. A complete list of saints that have been recognized by the roman catholic church
- synonym:
- canon
5. Een volledige lijst van heiligen die door de rooms-katholieke kerk zijn erkend
- synoniem:
- canon
6. A collection of books accepted as holy scripture especially the books of the bible recognized by any christian church as genuine and inspired
- synonym:
- canon
6. Een verzameling boeken die als heilige geschriften worden aanvaard, met name de boeken van de bijbel die door een christelijke kerk als oprecht en geïnspireerd worden erkend
- synoniem:
- canon