Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "calendar" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "kalender" in Nederlandse taal

EnglishDutch

Calendar

[Kalender]
/kæləndər/

noun

1. A system of timekeeping that defines the beginning and length and divisions of the year

    synonym:
  • calendar

1. Een systeem van tijdwaarneming dat het begin en de lengte en indeling van het jaar definieert

    synoniem:
  • kalender

2. A list or register of events (appointments or social events or court cases etc)

  • "I have you on my calendar for next monday"
    synonym:
  • calendar

2. Een lijst of register van evenementen ( benoemingen of sociale evenementen of rechtszaken enz. )

  • "Ik heb je op mijn agenda voor aanstaande maandag"
    synoniem:
  • kalender

3. A tabular array of the days (usually for one year)

    synonym:
  • calendar

3. Een tabelarray van de dagen ( gewoonlijk gedurende één jaar )

    synoniem:
  • kalender

verb

1. Enter into a calendar

    synonym:
  • calendar

1. Voer een kalender in

    synoniem:
  • kalender

Examples of using

Do you have a calendar?
Heeft u een kalender?
What months are in the calendar?
Welke maanden staan er in de kalender?
Tom hung a calendar on the wall.
Tom hing een kalender aan de muur.