Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "busy" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "druk" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Busy

[Druk]
/bɪzi/

verb

1. Keep busy with

  • "She busies herself with her butterfly collection"
    synonym:
  • busy
  • ,
  • occupy

1. Bezig houden

  • "Ze houdt zich bezig met haar vlindercollectie"
    synoniem:
  • druk
  • ,
  • bezetten

adjective

1. Actively or fully engaged or occupied

  • "Busy with her work"
  • "A busy man"
  • "Too busy to eat lunch"
    synonym:
  • busy

1. Actief of volledig betrokken of bezet

  • "Druk bezig met haar werk"
  • "Een drukke man"
  • "Te druk om te lunchen"
    synoniem:
  • druk

2. Overcrowded or cluttered with detail

  • "A busy painting"
  • "A fussy design"
    synonym:
  • busy
  • ,
  • fussy

2. Overvol of vol met details

  • "Een druk schilderij"
  • "Een kieskeurig ontwerp"
    synoniem:
  • druk
  • ,
  • kieskeurig

3. Intrusive in a meddling or offensive manner

  • "An interfering old woman"
  • "Bustling about self-importantly making an officious nuisance of himself"
  • "Busy about other people's business"
    synonym:
  • interfering
  • ,
  • meddlesome
  • ,
  • meddling
  • ,
  • officious
  • ,
  • busy
  • ,
  • busybodied

3. Opdringerig op een bemoeizuchtige of aanstootgevende manier

  • "Een bemoeizuchtige oude vrouw"
  • "Boeien over zichzelf belangrijk maken van een officieuze overlast van zichzelf"
  • "Druk bezig met andermans zaken"
    synoniem:
  • bemoeienis
  • ,
  • bemoeizuchtig
  • ,
  • officieus
  • ,
  • druk

4. Crowded with or characterized by much activity

  • "A very busy week"
  • "A busy life"
  • "A busy street"
  • "A busy seaport"
    synonym:
  • busy

4. Druk met of gekenmerkt door veel activiteit

  • "Een erg drukke week"
  • "Een druk leven"
  • "Een drukke straat"
  • "Een drukke zeehaven"
    synoniem:
  • druk

5. (of facilities such as telephones or lavatories) unavailable for use by anyone else or indicating unavailability

  • (`engaged' is a british term for a busy telephone line)
  • "Her line is busy"
  • "Receptionists' telephones are always engaged"
  • "The lavatory is in use"
  • "Kept getting a busy signal"
    synonym:
  • busy
  • ,
  • engaged
  • ,
  • in use(p)

5. ( van faciliteiten zoals telefoons of toiletten ) die niet beschikbaar zijn voor gebruik door iemand anders of die niet beschikbaar zijn

  • ( `betrokken 'is een britse term voor een drukke telefoonlijn )
  • "Haar lijn is bezet"
  • "Telefoons van receptionisten zijn altijd ingeschakeld"
  • "Het toilet is in gebruik"
  • "Behouden een druk signaal te krijgen"
    synoniem:
  • druk
  • ,
  • verloofd
  • ,
  • in gebruik ( p )

Examples of using

The laboratory is busy now on a new scientific experiment.
Het laboratorium is nu bezig met een nieuw wetenschappelijk experiment.
Tom is busy running an errand for his father.
Tom is druk bezig met het doen van een boodschap voor zijn vader.
Tom is very busy and doesn't have much time for relationships.
Tom heeft het erg druk en heeft niet veel tijd voor relaties.