Translation meaning & definition of the word "bulldog" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bulldog" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bulldog
[Bulldog]/bʊldɔg/
noun
1. A sturdy thickset short-haired breed with a large head and strong undershot lower jaw
- Developed originally in england for bull baiting
- synonym:
- bulldog ,
- English bulldog
1. Een stevig dikzakig kortharig ras met een grote kop en een sterke onderhuidse onderkaak
- Oorspronkelijk ontwikkeld in engeland voor bullbaiting
- synoniem:
- bulldog ,
- Engelse bulldog
verb
1. Attack viciously and ferociously
- synonym:
- bulldog
1. Wreed en woest aanvallen
- synoniem:
- bulldog
2. Throw a steer by seizing the horns and twisting the neck, as in a rodeo
- synonym:
- bulldog
2. Gooi een stuur door de hoorns vast te pakken en de nek te draaien, zoals in een rodeo
- synoniem:
- bulldog
Examples of using
Don't come near to the bulldog in case it bites.
Kom niet in de buurt van de bulldog voor het geval hij bijt.