Translation meaning & definition of the word "brook" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "brook" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Brook
[Brook]/brʊk/
noun
1. A natural stream of water smaller than a river (and often a tributary of a river)
- "The creek dried up every summer"
- synonym:
- brook ,
- creek
1. Een natuurlijke waterstroom kleiner dan een rivier ( en vaak een zijrivier van een rivier )
- "De kreek droogde elke zomer op"
- synoniem:
- beek ,
- kreek
verb
1. Put up with something or somebody unpleasant
- "I cannot bear his constant criticism"
- "The new secretary had to endure a lot of unprofessional remarks"
- "He learned to tolerate the heat"
- "She stuck out two years in a miserable marriage"
- synonym:
- digest ,
- endure ,
- stick out ,
- stomach ,
- bear ,
- stand ,
- tolerate ,
- support ,
- brook ,
- abide ,
- suffer ,
- put up
1. Verdraag iets of iemand onaangenaam
- "Ik kan zijn constante kritiek niet verdragen"
- "De nieuwe secretaris moest veel onprofessionele opmerkingen doorstaan"
- "Hij leerde de hitte te verdragen"
- "Ze heeft twee jaar in een ellendig huwelijk gezeten"
- synoniem:
- verteren ,
- verdragen ,
- steek uit ,
- maag ,
- beer ,
- staan ,
- tolereren ,
- ondersteuning ,
- beek ,
- blijven ,
- lijden ,
- opgezet
Examples of using
It's quite a jump from one side of the brook to the other.
Het is nogal een sprong van de ene kant van de beek naar de andere.
The water in this brook is cool and clear.
Het water in deze beek is koel en helder.
‘What is the brook without burning thirst for?’, Arkadź Kulašoŭ asks in his verse.
‘ Waar is de beek voor zonder de dorst te verbranden? ’, vraagt Arkadź Kulašoŭ in zijn vers.