Translation meaning & definition of the word "braided" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gevlochten" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Braided
[Gevlochten]/bredɪd/
adjective
1. Woven by (or as if by) braiding
- "Braided cordage"
- synonym:
- braided
1. Geweven door (of alsof door) vlechten
- "Gevlochten touwwerk"
- synoniem:
- gevlochten
Examples of using
Tom braided Mary's hair.
Tom vlechtte Mary's haar.