Translation meaning & definition of the word "bragging" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "opscheppen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bragging
[Opscheppen]/brægɪŋ/
noun
1. An instance of boastful talk
- "His brag is worse than his fight"
- "Whenever he won we were exposed to his gasconade"
- synonym:
- brag ,
- bragging ,
- crow ,
- crowing ,
- vaporing ,
- line-shooting ,
- gasconade
1. Een voorbeeld van opschepperig gepraat
- "Zijn opschepperij is erger dan zijn gevecht"
- "Wanneer hij won, werden we blootgesteld aan zijn gasconade"
- synoniem:
- opscheppen ,
- kraai ,
- kraaien ,
- verdampen ,
- lijn schieten ,
- gasconade
adjective
1. Exhibiting self-importance
- "Big talk"
- synonym:
- boastful ,
- braggart(a) ,
- bragging(a) ,
- braggy ,
- big ,
- cock-a-hoop ,
- crowing ,
- self-aggrandizing ,
- self-aggrandising
1. Zelfbelang tonen
- "Grote praat"
- synoniem:
- opschepperig ,
- opschepper ( a ) ,
- opscheppen ( a ) ,
- opscheppen ,
- groot ,
- haan ,
- kraaien ,
- zelfverheerlijkend
Examples of using
It's not so much his bragging as his posturing that bothers me.
Het is niet zozeer zijn opscheppen als zijn houding die me stoort.
Tom is bragging about his new car.
Tom schept op over zijn nieuwe auto.
I'm tired of listening to your bragging.
Ik ben het zat om naar je opscheppen te luisteren.