Translation meaning & definition of the word "bowing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "buigen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bowing
[Buigen]/boʊɪŋ/
noun
1. Bending the head or body or knee as a sign of reverence or submission or shame or greeting
- synonym:
- bow ,
- bowing ,
- obeisance
1. Het hoofd of lichaam of knie buigen als een teken van eerbied of onderwerping of schaamte of begroeting
- synoniem:
- boog ,
- buigen ,
- eerbetoon
2. Managing the bow in playing a stringed instrument
- "The violinist's bowing was excellent"
- synonym:
- bowing
2. Het beheren van de boog bij het bespelen van een snaarinstrument
- "Het buigen van de violist was uitstekend"
- synoniem:
- buigen
adjective
1. Showing an excessively deferential manner
- synonym:
- bowed ,
- bowing
1. Een te eerbiedige manier laten zien
- synoniem:
- gebogen ,
- buigen
Examples of using
For instance, bowing is peculiar to us, the Japanese.
Buigen is bijvoorbeeld eigen aan ons, de Japanners.