Translation meaning & definition of the word "bowed" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "gebogen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bowed
[Opgeborgen]/baʊd/
adjective
1. Of a stringed instrument
- Sounded by stroking with a bow
- synonym:
- bowed
1. Van een snaarinstrument
- Klonk door te aaien met een boog
- synoniem:
- gebogen
2. Forming or resembling an arch
- "An arched ceiling"
- synonym:
- arced ,
- arched ,
- arching ,
- arciform ,
- arcuate ,
- bowed
2. Een boog vormen of erop lijken
- "Een gebogen plafond"
- synoniem:
- boog ,
- gebogen ,
- archivering ,
- arciform ,
- boogvormig
3. Have legs that curve outward at the knees
- synonym:
- bandy ,
- bandy-legged ,
- bowed ,
- bowleg ,
- bowlegged
3. Hebben benen die naar buiten buigen op de knieën
- synoniem:
- bandy ,
- bandy-legged ,
- gebogen ,
- bowleg
4. Showing an excessively deferential manner
- synonym:
- bowed ,
- bowing
4. Een te eerbiedige manier laten zien
- synoniem:
- gebogen ,
- buigen
Examples of using
Tom bowed respectfully to the old lady.
Tom boog respectvol voor de oude dame.
I bowed politely.
Ik boog beleefd.
She bowed to me politely.
Ze boog beleefd voor me.