Translation meaning & definition of the word "boned" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "uitgebeend" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Boned
[Geboneerd]/boʊnd/
adjective
1. Having had the bones removed
- "A boneless rib roast"
- "A boned (or deboned) fish"
- synonym:
- boned ,
- deboned
1. Nadat de botten waren verwijderd
- "Een ribgebraad zonder been"
- "Een uitgebeende ( of uitgebeende ) vis"
- synoniem:
- uitgebeend ,
- ontbeend
2. Having bones as specified
- "His lanky long-boned body"
- synonym:
- boned
2. Met botten zoals gespecificeerd
- "Zijn slungelige lichaam met lange botten"
- synoniem:
- uitgebeend