Translation meaning & definition of the word "bison" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bizon" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bison
[Bizon]/baɪsən/
noun
1. Any of several large humped bovids having shaggy manes and large heads and short horns
- synonym:
- bison
1. Elk van de vele grote gebochelde runderen met ruige manen en grote hoofden en korte hoorns
- synoniem:
- bison
Examples of using
When Columbus discovered America, bison (American buffalo) inhabited a wide-ranging area.
Toen Columbus Amerika ontdekte, bewoonden bizons (Amerikaanse buffels) een uitgestrekt gebied.