Translation meaning & definition of the word "binge" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "binge" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Binge
[Binge]/bɪnʤ/
noun
1. Any act of immoderate indulgence
- "An orgy of shopping"
- "An emotional binge"
- "A splurge of spending"
- synonym:
- orgy ,
- binge ,
- splurge
1. Elke daad van buitensporige toegeeflijkheid
- "Een orgie van winkelen"
- "Een emotionele eetbui"
- "Een stortvloed aan uitgaven"
- synoniem:
- orgie ,
- binge ,
- uitspatten
2. An occasion for excessive eating or drinking
- "They went on a bust that lasted three days"
- synonym:
- bust ,
- tear ,
- binge ,
- bout
2. Een gelegenheid voor overmatig eten of drinken
- "Ze gingen op een buste die drie dagen duurde"
- synoniem:
- bust ,
- tear ,
- binge ,
- bout
verb
1. Overeat or eat immodestly
- Make a pig of oneself
- "She stuffed herself at the dinner"
- "The kids binged on ice cream"
- synonym:
- gorge ,
- ingurgitate ,
- overindulge ,
- glut ,
- englut ,
- stuff ,
- engorge ,
- overgorge ,
- overeat ,
- gormandize ,
- gormandise ,
- gourmandize ,
- binge ,
- pig out ,
- satiate ,
- scarf out
1. Overeten of onbescheiden eten
- Maak een varken van jezelf
- "Ze stopte zichzelf tijdens het diner"
- "De kinderen bingen op ijs"
- synoniem:
- gorge ,
- uitbraken ,
- overmatig toegeven ,
- glut ,
- englut ,
- stuff ,
- engorge ,
- overgorge ,
- overeten ,
- gormandize ,
- gormandise ,
- gourmandize ,
- binge ,
- varken uit ,
- satiate ,
- sjaal eruit