Translation meaning & definition of the word "bilingualism" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "tweetaligheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bilingualism
[Tweetaligheid]/baɪlɪŋgwəlɪzəm/
noun
1. The ability to speak two languages colloquially
- synonym:
- bilingualism
1. Het vermogen om in de volksmond twee talen te spreken
- synoniem:
- tweetaligheid