Translation meaning & definition of the word "bewitch" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bewitch" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bewitch
[betovering]/bɪwɪʧ/
verb
1. Attract
- Cause to be enamored
- "She captured all the men's hearts"
- synonym:
- capture ,
- enamour ,
- trance ,
- catch ,
- becharm ,
- enamor ,
- captivate ,
- beguile ,
- charm ,
- fascinate ,
- bewitch ,
- entrance ,
- enchant
1. Aantrekken
- Reden om verliefd te zijn
- "Ze heeft alle harten van de mannen gevangen"
- synoniem:
- vastleggen ,
- emaille ,
- trance ,
- vangen ,
- bedel ,
- ema ,
- boeien ,
- bedrieglijk ,
- charme ,
- fascineren ,
- betovering ,
- ingang ,
- betoverend
2. Attract strongly, as if with a magnet
- "She magnetized the audience with her tricks"
- synonym:
- magnetize ,
- mesmerize ,
- mesmerise ,
- magnetise ,
- bewitch ,
- spellbind
2. Sterk aantrekken, alsof het een magneet is
- "Ze heeft het publiek gemagnetiseerd met haar trucs"
- synoniem:
- magnetiseren ,
- betoveren ,
- betovering ,
- spreukenbind
3. Cast a spell over someone or something
- Put a hex on someone or something
- synonym:
- hex ,
- bewitch ,
- glamour ,
- witch ,
- enchant ,
- jinx
3. Betoverd iemand of zoiets
- Zet een hex op iemand of zoiets
- synoniem:
- hex ,
- betovering ,
- glamour ,
- heks ,
- betoverend ,
- jinx