Translation meaning & definition of the word "bestow" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bestaan" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bestow
[Schenken]/bɪstoʊ/
verb
1. Present
- "The university conferred a degree on its most famous former student, who never graduated"
- "Bestow an honor on someone"
- synonym:
- confer ,
- bestow
1. Heden
- "De universiteit heeft een diploma behaald aan haar beroemdste oud-student, die nooit is afgestudeerd"
- "Geef iemand een eer"
- synoniem:
- verlenen ,
- schenken
2. Give as a gift
- synonym:
- bestow
2. Geven als cadeau
- synoniem:
- schenken
3. Bestow a quality on
- "Her presence lends a certain cachet to the company"
- "The music added a lot to the play"
- "She brings a special atmosphere to our meetings"
- "This adds a light note to the program"
- synonym:
- lend ,
- impart ,
- bestow ,
- contribute ,
- add ,
- bring
3. Geef een kwaliteit aan
- "Haar aanwezigheid leent een bepaald cachet aan het bedrijf"
- "De muziek heeft veel aan het stuk toegevoegd"
- "Ze brengt een speciale sfeer in onze vergaderingen"
- "Dit voegt een lichte noot toe aan het programma"
- synoniem:
- lenen ,
- geven ,
- schenken ,
- bijdragen ,
- toevoegen ,
- brengen