Translation meaning & definition of the word "beg" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "beg" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Beg
[Smeek]/bɛg/
verb
1. Call upon in supplication
- Entreat
- "I beg you to stop!"
- synonym:
- beg ,
- implore ,
- pray
1. Roep een beroep op
- Smeken
- "Ik smeek je om te stoppen!"
- synoniem:
- bedelen ,
- smeken ,
- bidden
2. Make a solicitation or entreaty for something
- Request urgently or persistently
- "Henry iv solicited the pope for a divorce"
- "My neighbor keeps soliciting money for different charities"
- synonym:
- solicit ,
- beg ,
- tap
2. Een verzoek of smeekbede doen voor iets
- Dringend of aanhoudend verzoeken
- "Henry iv verzocht de paus om echtscheiding"
- "Mijn buurman blijft geld vragen voor verschillende goede doelen"
- synoniem:
- vragen ,
- bedelen ,
- tikken
3. Ask to obtain free
- "Beg money and food"
- synonym:
- beg
3. Vraag om gratis te verkrijgen
- "Begrijp geld en eten"
- synoniem:
- bedelen
4. Dodge, avoid answering, or take for granted
- "Beg the question"
- "Beg the point in the discussion"
- synonym:
- beg
4. Ontwijken, vermijden te antwoorden of als vanzelfsprekend beschouwen
- "Begrijp de vraag"
- "Begrijp het punt in de discussie"
- synoniem:
- bedelen
Examples of using
I beg to differ with you.
Ik smeek om met jou te verschillen.
I beg you to help us.
Ik smeek je om ons te helpen.
I beg you to help me.
Ik smeek je om me te helpen.