Translation meaning & definition of the word "befitting" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "passend" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Befitting
[passend]/bɪfɪtɪŋ/
adjective
1. Appropriate to
- "Behavior befitting a father"
- synonym:
- befitting
1. Passend
- "Gedrag dat bij een vader past"
- synoniem:
- passend