Translation of "bed" into Dutch

Bed

IPA : /bɛd/

synonyms:

• jazz,
• love,
• hump,
• layer,
• know,
• seam,
• retire,
• bottom,
• screw,
• bang

I rolled out of bed last night.

Ik rolde gisteravond uit bed.

Tom's life with Mary was no bed of roses.

Toms leven met Mary was geen rozenbed.

Tom tossed and turned in bed, unable to sleep.

Tom gooide en draaide zich om in bed, niet in staat om te slapen.

Tom lay awake in bed, listening to the rain.

Tom lag wakker in bed en luisterde naar de regen.

I have to put the kids to bed.

Ik moet de kinderen naar bed brengen.

He sat down on the bed.

Hij ging op het bed zitten.

I was tired, so I went to bed early.

Ik was moe, dus ging ik vroeg naar bed.

I went to bed early because I was tired.

Ik ging vroeg naar bed omdat ik moe was.

I sat next to his bed for more than two hours.

Ik zat meer dan twee uur naast zijn bed.

The earlier I go to bed, the earlier I get up.

Hoe eerder ik naar bed ga, hoe eerder ik opsta.

She went to bed late last night.

Ze is gisteravond laat naar bed gegaan.

He died in his bed.

Hij stierf in zijn bed.

Tom is lying in bed with a cold.

Tom ligt verkouden in bed.

The table and the bed stood in their former places.

De tafel en het bed stonden op hun vroegere plaatsen.

Tom usually wakes up at about six-thirty, but he doesn't usually get out of bed until seven.

Tom wordt meestal om ongeveer half zes wakker, maar hij komt meestal pas om zeven uur uit bed.

My father hinted that it was time to go to bed.

Mijn vader liet doorschemeren dat het tijd was om naar bed te gaan.

I would like to book a room with a double bed.

Ik wil graag een kamer boeken met een tweepersoonsbed.

I go to bed.

Ik ga naar bed.

Go to bed.

Ga naar bed.

Tatoeba is sick right now. She should stay in bed.

Tatoeba is momenteel ziek. Ze zou in bed moeten blijven.