Translation meaning & definition of the word "beast" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "beest" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Beast
[Beest]/bist/
noun
1. A living organism characterized by voluntary movement
- synonym:
- animal ,
- animate being ,
- beast ,
- brute ,
- creature ,
- fauna
1. Een levend organisme dat wordt gekenmerkt door vrijwillige beweging
- synoniem:
- dier ,
- levend wezen ,
- beest ,
- bruut ,
- schepsel ,
- fauna
2. A cruelly rapacious person
- synonym:
- beast ,
- wolf ,
- savage ,
- brute ,
- wildcat
2. Een wreed roofzuchtig persoon
- synoniem:
- beest ,
- wolf ,
- woest ,
- bruut ,
- wilde kat
Examples of using
Savages fear the appearance of a fierce wild beast.
wilden vrezen de verschijning van een woest wild beest.
The most dangerous beast is the beast within.
Het gevaarlijkste beest is het beest van binnen.
People talk sometimes of a bestial cruelty, but that's a great injustice and insult to the beasts; a beast can never be so cruel as a man, so artistically cruel. The tiger only tears and gnaws, that's all he can do. He would never think of nailing people by the ears, even if he were able to do it.
Mensen praten soms over een beestachtige wreedheid, maar dat is een groot onrecht en belediging voor de beesten; een beest kan nooit zo wreed zijn als een man, zo artistiek wreed. De tijger scheurt en knaagt, meer kan hij niet doen. Hij zou er nooit aan denken om mensen bij de oren te spijkeren, ook al zou hij het kunnen.