Translation meaning & definition of the word "bead" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "kraal" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Bead
[Kraal]/bid/
noun
1. A small ball with a hole through the middle
- synonym:
- bead
1. Een kleine bal met een gat door het midden
- synoniem:
- kraal
2. A shape that is spherical and small
- "He studied the shapes of low-viscosity drops"
- "Beads of sweat on his forehead"
- synonym:
- drop ,
- bead ,
- pearl
2. Een vorm die bolvormig en klein is
- "Hij bestudeerde de vormen van druppels met een lage viscositeit"
- "Zweetdruppels op zijn voorhoofd"
- synoniem:
- laten vallen ,
- kraal ,
- parel
3. A beaded molding for edging or decorating furniture
- synonym:
- beading ,
- bead ,
- beadwork ,
- astragal
3. Een kralenvorm voor het omsnijden of decoreren van meubels
- synoniem:
- kralen ,
- kraal ,
- kralenwerk ,
- astragaal
verb
1. Form into beads, as of water or sweat, for example
- synonym:
- bead
1. Vormen tot kralen, bijvoorbeeld van water of zweet
- synoniem:
- kraal
2. Decorate by sewing beads onto
- "Bead the wedding gown"
- synonym:
- bead
2. Versieren door kralen op te naaien
- "Kraal de trouwjurk"
- synoniem:
- kraal
3. String together like beads
- synonym:
- bead
3. Touw als kralen
- synoniem:
- kraal