Translation meaning & definition of the word "attorney" into Dutch language

noun

1. A professional person authorized to practice law

• Conducts lawsuits or gives legal advice

synonym:
• lawyer
,
• attorney

1. Een professionele persoon die bevoegd is om rechten uit te oefenen

• Rechtszaken aanspant of juridisch advies geeft

synoniem:
• advocaat

Examples of using

I'm an attorney.

Ik ben advocaat.

You have the right to consult an attorney before speaking to the police.

U heeft het recht om een advocaat te raadplegen voordat u met de politie spreekt.

Could you find me an attorney?

Kunt u een advocaat voor me vinden?

You should confer with your attorney on this matter.

U moet hierover met uw advocaat overleggen.

I'm an attorney.

Ik ben advocaat.