Translation meaning & definition of the word "aspirin" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "aspirine" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Aspirin
[Aspirine]/æsprɪn/
noun
1. The acetylated derivative of salicylic acid
- Used as an analgesic anti-inflammatory drug (trade names bayer, empirin, and st. joseph) usually taken in tablet form
- Used as an antipyretic
- Slows clotting of the blood by poisoning platelets
- synonym:
- aspirin ,
- acetylsalicylic acid ,
- Bayer ,
- Empirin ,
- St. Joseph
1. Het geacetyleerde derivaat van salicylzuur
- Gebruikt als een pijnstillend ontstekingsremmend medicijn ( handelsnamen bayer, empirin en st. joseph ), gewoonlijk ingenomen in tabletvorm
- Gebruikt als antipyreticum
- Vertraagt de bloedstolling door bloedplaatjes te vergiftigen
- synoniem:
- aspirine ,
- acetylsalicylzuur ,
- Bayer ,
- Empirin ,
- St. Joseph
Examples of using
Do you have any aspirin?
Heb je aspirine?
Do you by any chance have some aspirin?
Heb je toevallig wat aspirine?
My doctor told me to quit taking aspirin.
Mijn arts zei dat ik moest stoppen met het innemen van aspirine.