Translation meaning & definition of the word "arrow" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "pijl" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Arrow
[Pijl]/æroʊ/
noun
1. A mark to indicate a direction or relation
- synonym:
- arrow ,
- pointer
1. Een merkteken om een richting of relatie aan te geven
- synoniem:
- pijl ,
- aanwijzer
2. A projectile with a straight thin shaft and an arrowhead on one end and stabilizing vanes on the other
- Intended to be shot from a bow
- synonym:
- arrow
2. Een projectiel met een rechte dunne schacht en een pijlpunt aan het ene uiteinde en stabiliserende schoepen aan het andere uiteinde
- Bedoeld om vanaf een boog te worden geschoten
- synoniem:
- pijl
Examples of using
I used to be an adventurer like you, then I took an arrow in the knee.
Ik was een avonturier zoals jij, en toen nam ik een pijl in de knie.
The arrow missed its target.
De pijl miste zijn doel.
Time flies like an arrow; fruit flies like a banana.
De tijd vliegt als een pijl; fruit vliegt als een banaan.