Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "arch" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "arch" in Nederlandse taal

EnglishDutch

Arch

[Boog]
/ɑrʧ/

noun

1. A curved shape in the vertical plane that spans an opening

    synonym:
  • arch

1. Een gebogen vorm in het verticale vlak dat een opening overspant

    synoniem:
  • boog

2. A curved bony structure supporting or enclosing organs (especially the inner sides of the feet)

    synonym:
  • arch

2. Een gebogen benige structuur die organen ondersteunt of omsluit ( vooral de binnenzijde van de voeten )

    synoniem:
  • boog

3. A passageway under a curved masonry construction

  • "They built a triumphal arch to memorialize their victory"
    synonym:
  • arch
  • ,
  • archway

3. Een doorgang onder een gebogen metselwerkconstructie

  • "Ze bouwden een triomfboog om hun overwinning te herdenken"
    synoniem:
  • boog

4. (architecture) a masonry construction (usually curved) for spanning an opening and supporting the weight above it

    synonym:
  • arch

4. ( architectuur ) een metselwerkconstructie ( gewoonlijk gebogen ) voor het overspannen van een opening en het ondersteunen van het gewicht erboven

    synoniem:
  • boog

verb

1. Form an arch or curve

  • "Her back arches"
  • "Her hips curve nicely"
    synonym:
  • arch
  • ,
  • curve
  • ,
  • arc

1. Vorm een boog of curve

  • "Haar achterbogen"
  • "Haar heupen buigen mooi"
    synoniem:
  • boog
  • ,
  • curve

adjective

1. (used of behavior or attitude) characteristic of those who treat others with condescension

    synonym:
  • arch
  • ,
  • condescending
  • ,
  • patronizing
  • ,
  • patronising

1. ( gebruikt voor gedrag of houding ) kenmerkend voor degenen die anderen met neerbuigendheid behandelen

    synoniem:
  • boog
  • ,
  • neerbuigend
  • ,
  • betuttelend

2. Expert in skulduggery

  • "An arch criminal"
    synonym:
  • arch(a)

2. Expert in skulduggery

  • "Een aartsmisdadiger"
    synoniem:
  • boog ( a )

3. Naughtily or annoyingly playful

  • "Teasing and worrying with impish laughter"
  • "A wicked prank"
    synonym:
  • arch
  • ,
  • impish
  • ,
  • implike
  • ,
  • mischievous
  • ,
  • pixilated
  • ,
  • prankish
  • ,
  • puckish
  • ,
  • wicked

3. Ondeugend of irritant speels

  • "Plagen en zorgen maken met ondeugend gelach"
  • "Een slechte grap"
    synoniem:
  • boog
  • ,
  • ondeugend
  • ,
  • onhandig
  • ,
  • gepixeld
  • ,
  • grappen
  • ,
  • puckish
  • ,
  • slecht