Translation meaning & definition of the word "arbitrate" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "arbitreren" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Arbitrate
[Arbitreren]/ɑrbətret/
verb
1. Act between parties with a view to reconciling differences
- "He interceded in the family dispute"
- "He mediated a settlement"
- synonym:
- intercede ,
- mediate ,
- intermediate ,
- liaise ,
- arbitrate
1. Tussen partijen optreden om verschillen met elkaar te verzoenen
- "Hij kwam tussenbeide in het familiegeschil"
- "Hij bemiddelde bij een schikking"
- synoniem:
- voorbede ,
- bemiddelen ,
- gemiddeld ,
- contact onderhouden ,
- arbitreren