Translation meaning & definition of the word "aptitude" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "geschiktheid" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Aptitude
[Geschiktheid]/æptətud/
noun
1. Inherent ability
- synonym:
- aptitude
1. Inherent vermogen
- synoniem:
- aanleg
Examples of using
He has an aptitude for painting.
Hij heeft een aanleg voor schilderen.