Translation meaning & definition of the word "appliance" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "toepassing" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Appliance
[Apparaat]/əplaɪəns/
noun
1. A device or control that is very useful for a particular job
- synonym:
- appliance ,
- contraption ,
- contrivance ,
- convenience ,
- gadget ,
- gizmo ,
- gismo ,
- widget
1. Een apparaat of besturingselement dat erg handig is voor een bepaalde taak
- synoniem:
- apparaat ,
- ding ,
- conrivantie ,
- gemak ,
- gadget ,
- gizmo ,
- gismo ,
- widget
2. Durable goods for home or office use
- synonym:
- appliance
2. Duurzame goederen voor thuis- of kantoorgebruik
- synoniem:
- apparaat
Examples of using
A display, aka monitor, is an appliance that displays video signal of still images and moving pictures produced by a computer or similar device.
Een display, ook bekend als monitor, is een apparaat dat videosignaal weergeeft van stilstaande beelden en bewegende beelden die zijn geproduceerd door een computer of een soortgelijk apparaat.