Translation meaning & definition of the word "antenna" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "antenne" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Antenna
[Antenne]/æntɛnə/
noun
1. An electrical device that sends or receives radio or television signals
- synonym:
- antenna ,
- aerial ,
- transmitting aerial
1. Een elektrisch apparaat dat radio- of televisiesignalen verzendt of ontvangt
- synoniem:
- antenne ,
- lucht ,
- zendantenne
2. Sensitivity similar to that of a receptor organ
- "He had a special antenna for public relations"
- synonym:
- antenna ,
- feeler
2. Gevoeligheid vergelijkbaar met die van een receptororgaan
- "Hij had een speciale antenne voor public relations"
- synoniem:
- antenne ,
- voeler
3. One of a pair of mobile appendages on the head of e.g. insects and crustaceans
- Typically sensitive to touch and taste
- synonym:
- antenna ,
- feeler
3. Een van een paar mobiele aanhangsels op de kop van b.v. insecten en schaaldieren
- Typisch gevoelig voor aanraking en smaak
- synoniem:
- antenne ,
- voeler
Examples of using
Have they connected the radio antenna?
Hebben ze de radioantenne aangesloten?