Translation meaning & definition of the word "amusing" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "amuseren" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Amusing
[Amusant]/əmjuzɪŋ/
adjective
1. Providing enjoyment
- Pleasantly entertaining
- "An amusing speaker"
- "A diverting story"
- synonym:
- amusing ,
- amusive ,
- diverting
1. Genieten
- Aangenaam vermakelijk
- "Een grappige spreker"
- "Een afleidend verhaal"
- synoniem:
- grappig ,
- amusant ,
- omleiden
2. Arousing or provoking laughter
- "An amusing film with a steady stream of pranks and pratfalls"
- "An amusing fellow"
- "A comic hat"
- "A comical look of surprise"
- "Funny stories that made everybody laugh"
- "A very funny writer"
- "It would have been laughable if it hadn't hurt so much"
- "A mirthful experience"
- "Risible courtroom antics"
- synonym:
- amusing ,
- comic ,
- comical ,
- funny ,
- laughable ,
- mirthful ,
- risible
2. Lach opwekken of uitlokken
- "Een grappige film met een gestage stroom van grappen en pratfalls"
- "Een grappige kerel"
- "Een komische hoed"
- "Een komische blik van verrassing"
- "Grappige verhalen die iedereen aan het lachen maakten"
- "Een erg grappige schrijver"
- "Het zou lachwekkend zijn geweest als het niet zoveel pijn had gedaan"
- "Een vrolijke ervaring"
- "Risibele capriolen in de rechtszaal"
- synoniem:
- grappig ,
- komisch ,
- lachwekkend ,
- vrolijkheid ,
- mogelijk
Examples of using
I'm reminded of an amusing story.
Ik moet denken aan een grappig verhaal.
I saw an amusing comedy last night.
Ik zag gisteravond een grappige komedie.
Foreign people are amusing.
Buitenlanders zijn grappig.