Those houses are all alike.
Die huizen zijn allemaal hetzelfde.
We treat all visitors alike.
We behandelen alle bezoekers gelijk.
These houses are all alike.
Deze huizen zijn allemaal hetzelfde.
The twins look so alike that it is difficult to tell them apart.
De tweeling lijkt zo op elkaar dat het moeilijk is om ze uit elkaar te houden.
The future and the past are alike.
De toekomst en het verleden zijn hetzelfde.
The two brothers look so much alike that it is difficult to tell them apart.
De twee broers lijken zoveel op elkaar dat het moeilijk is om ze uit elkaar te houden.
We are all alike, on the inside.
We lijken allemaal op elkaar, van binnen.
She loved her children alike.
Ze hield van haar kinderen.
I mistook her for her sister. They look so much alike.
Ik zag haar aan voor haar zus. Ze lijken zoveel op elkaar.
They look alike except for the color of their hair.
Ze lijken op elkaar, behalve de kleur van hun haar.
Seen at a distance, the two look alike.
Op afstand gezien lijken de twee op elkaar.
Great minds think alike.
Grote geesten denken hetzelfde.
Ken and his brother are very much alike.
Ken en zijn broer lijken erg op elkaar.
All those flowers look alike.
Al die bloemen lijken op elkaar.
The twin girls are so much alike that I can't tell one from the other.
De tweelingmeisjes lijken zoveel op elkaar dat ik het een niet van het ander kan onderscheiden.
The three sisters look very much alike.
De drie zussen lijken erg op elkaar.
The twin sisters are alike as two peas in a pod.
De tweelingzusjes lijken op elkaar als twee erwten in een peul.
They are all alike.
Ze lijken allemaal op elkaar.
Paul has three sons. They look very much alike.
Paul heeft drie zonen. Ze lijken erg op elkaar.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.