Translation meaning & definition of the word "alder" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "alder" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Alder
[Alder]/ɔldər/
noun
1. Wood of any of various alder trees
- Resistant to underwater rot
- Used for bridges etc
- synonym:
- alder
1. Hout van een van de verschillende elzen
- Bestand tegen onderwaterrot
- Gebruikt voor bruggen enz
- synoniem:
- els
2. North temperate shrubs or trees having toothed leaves and conelike fruit
- Bark is used in tanning and dyeing and the wood is rot-resistant
- synonym:
- alder ,
- alder tree
2. Noordelijke gematigde struiken of bomen met getande bladeren en conelike fruit
- Schors wordt gebruikt bij looien en verven en het hout is rotbestendig
- synoniem:
- els ,
- elzenboom