It cost no less than fifty dollars to get home from the airport.
Het kostte maar liefst vijftig dollar om thuis te komen van het vliegveld.
What's the fastest way to get to the airport from here?
Wat is de snelste manier om vanaf hier naar het vliegveld te komen?
I'm at the airport.
Ik ben op het vliegveld.
I'm at the airport right now.
Ik ben op het vliegveld nu.
The airport is closed.
De luchthaven is gesloten.
We need to get to the airport.
We moeten naar het vliegveld.
The airport improvement levy seems higher than last year.
De luchthavenverbeteringsheffing lijkt hoger dan vorig jaar.
Tom got to the airport just in the nick of time.
Tom was net op het nippertje op het vliegveld.
Tom called Mary up from the airport.
Tom belde Mary op van het vliegveld.
I'll call as soon as I am at the airport.
Ik bel zodra ik op het vliegveld ben.
We arrived at the airport three hours before our flight.
Drie uur voor onze vlucht kwamen we aan op het vliegveld.
The airport is over there.
De luchthaven is daar.
Where's the airport?
Waar is het vliegveld?
My parents have gone to the airport to see my uncle off.
Mijn ouders zijn naar het vliegveld gegaan om mijn oom uit te zwaaien.
The airport is quite far from the city centre.
De luchthaven ligt vrij ver van het stadscentrum.
I tried to call you at the airport, but all the payphones were out of order.
Ik probeerde je te bellen op het vliegveld, maar alle telefooncellen waren niet in orde.
At what time will the taxi go to the airport?
Op welk tijdstip gaat de taxi naar het vliegveld?
He gave me a ride to the Narita airport.
Hij gaf me een lift naar het vliegveld van Narita.
The car broke down on the way to the airport.
Op weg naar het vliegveld kreeg de auto pech.
For free English to Dutch translation, utilize the Lingvanex translation apps.
We apply ultimate machine translation technology and artificial intelligence to offer a free Dutch-English online text translator.