Translation meaning & definition of the word "aground" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "aground" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Aground
[Aground]/əgraʊnd/
adjective
1. Stuck in a place where a ship can no longer float
- "A ship aground offshore"
- "A boat aground on the beach waiting for the tide to lift it"
- synonym:
- aground(p)
1. Vast op een plek waar een schip niet meer kan drijven
- "Een schip aan de grond"
- "Een boot aan de grond op het strand wachtend op het getij om hem op te tillen"
- synoniem:
- aan de grond ( p )
adverb
1. With the bottom lodged on the ground
- "He ran the ship aground"
- synonym:
- aground
1. Met de bodem op de grond
- "Hij heeft het schip aan de grond gelopen"
- synoniem:
- vastgebonden
Examples of using
My boat ran aground on a sandbar.
Mijn boot liep vast op een zandbank.