Lingvanex Tranalator

Translator for


translation app

Lingvanex - your universal translation app

Translator for

Download For Free

Translation meaning & definition of the word "afford" into Dutch language

Vertaling betekenis & definitie van het woord "afford" in de Nederlandse taal

EnglishDutch

Afford

[Afford]
/əfɔrd/

verb

1. Be able to spare or give up

  • "I can't afford to spend two hours with this person"
    synonym:
  • afford

1. Kunnen sparen of opgeven

  • "Ik kan het me niet veroorloven om twee uur met deze persoon door te brengen"
    synoniem:
  • veroorloven

2. Be the cause or source of

  • "He gave me a lot of trouble"
  • "Our meeting afforded much interesting information"
    synonym:
  • yield
  • ,
  • give
  • ,
  • afford

2. De oorzaak of bron zijn

  • "Hij heeft me veel problemen bezorgd"
  • "Onze bijeenkomst leverde veel interessante informatie op"
    synoniem:
  • opbrengst
  • ,
  • geven
  • ,
  • veroorloven

3. Have the financial means to do something or buy something

  • "We can't afford to send our children to college"
  • "Can you afford this car?"
    synonym:
  • afford

3. De financiële middelen hebben om iets te doen of iets te kopen

  • "We kunnen het ons niet veroorloven onze kinderen naar de universiteit te sturen"
  • "Kun je deze auto betalen?"
    synoniem:
  • veroorloven

4. Afford access to

  • "The door opens to the patio"
  • "The french doors give onto a terrace"
    synonym:
  • afford
  • ,
  • open
  • ,
  • give

4. Toegang verlenen tot

  • "De deur gaat open naar de patio"
  • "De openslaande deuren geven toe aan een terras"
    synoniem:
  • veroorloven
  • ,
  • open
  • ,
  • geven

Examples of using

Tom figured out the cost and it was more than he could afford.
Tom ontdekte de kosten en het was meer dan hij zich kon veroorloven.
Tom had to drop out from college because he couldn't afford tuition.
Tom moest stoppen met studeren omdat hij geen collegegeld kon betalen.
We can't afford this.
We kunnen dit niet betalen.