Translation meaning & definition of the word "affirm" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "bevestigen" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Affirm
[Bevestigen]/əfərm/
verb
1. Establish or strengthen as with new evidence or facts
- "His story confirmed my doubts"
- "The evidence supports the defendant"
- synonym:
- confirm ,
- corroborate ,
- sustain ,
- substantiate ,
- support ,
- affirm
1. Vaststellen of versterken zoals met nieuw bewijs of feiten
- "Zijn verhaal bevestigde mijn twijfels"
- "Het bewijs ondersteunt de beklaagde"
- synoniem:
- bevestigen ,
- volhouden ,
- onderbouwen ,
- ondersteuning
2. To declare or affirm solemnly and formally as true
- "Before god i swear i am innocent"
- synonym:
- affirm ,
- verify ,
- assert ,
- avow ,
- aver ,
- swan ,
- swear
2. Plechtig en formeel als waar te verklaren of te bevestigen
- "Voor god zweer ik dat ik onschuldig ben"
- synoniem:
- bevestigen ,
- verifiëren ,
- beweren ,
- avow ,
- gemiddelde ,
- zwaan ,
- zweer
3. Say yes to
- synonym:
- affirm
3. Zeg ja tegen
- synoniem:
- bevestigen