Translation meaning & definition of the word "advantage" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "voordeel" in de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Advantage
[Voordeel]/ædvæntɪʤ/
noun
1. The quality of having a superior or more favorable position
- "The experience gave him the advantage over me"
- synonym:
- advantage ,
- vantage
1. De kwaliteit van een superieure of gunstiger positie
- "De ervaring gaf hem het voordeel ten opzichte van mij"
- synoniem:
- voordeel ,
- uitkijk
2. (tennis) first point scored after deuce
- synonym:
- advantage
2. ( tennis ) eerste punt gescoord na deuce
- synoniem:
- voordeel
3. Benefit resulting from some event or action
- "It turned out to my advantage"
- "Reaping the rewards of generosity"
- synonym:
- advantage ,
- reward
3. Voordeel als gevolg van een gebeurtenis of actie
- "Het is in mijn voordeel gebleken"
- "De beloningen van vrijgevigheid oogsten"
- synoniem:
- voordeel ,
- beloning
verb
1. Give an advantage to
- "This system advantages the rich"
- synonym:
- advantage
1. Een voordeel geven
- "Dit systeem komt de rijken ten goede"
- synoniem:
- voordeel
Examples of using
A definite advantage of automatic doors is that people can't spread their contagious diseases by touching door handles.
Een duidelijk voordeel van automatische deuren is dat mensen hun besmettelijke ziekten niet kunnen verspreiden door deurklinken aan te raken.
We have one advantage.
We hebben één voordeel.
Tom's height gave him a decided advantage in the game.
Tom's lengte gaf hem een beslist voordeel in het spel.