Translation meaning & definition of the word "addicted" into Dutch language

adjective

1. Compulsively or physiologically dependent on something habit-forming

• "She is addicted to chocolate"

• "Addicted to cocaine"

synonym:
• addicted

1. Dwangmatig of fysiologisch afhankelijk van iets dat verslavend is

• "Ze is verslaafd aan chocolade"

• "Verslaafd aan cocaïne"

synoniem:
• verslaafd

Examples of using

I'm addicted to what I do.

Ik ben verslaafd aan wat ik doe.

He's addicted to heroin.

Hij is verslaafd aan heroïne.

Stop drinking. You're addicted.

Stop met drinken. Je bent verslaafd.

It's not an exaggeration to say that Mrs. Smith is addicted to TV.

Het is niet overdreven om te zeggen dat mevrouw Smith verslaafd is aan tv.

I'm addicted to Tatoeba.

Ik ben verslaafd aan Tatoeba.

He's addicted to Starbucks coffee.

Hij is verslaafd aan Starbucks-koffie.

When I was a boy, I was addicted to reading detective stories.

Toen ik een jongen was, was ik verslaafd aan het lezen van detectiveverhalen.

A person who is addicted to work is called a workaholic.

Een persoon die verslaafd is aan werk wordt een workaholic genoemd.

Many criminals in America are addicted to drugs.

Veel criminelen in Amerika zijn verslaafd aan drugs.