Translation meaning & definition of the word "accomplish" into Dutch language
Vertaling betekenis & definitie van het woord "voldoen" aan de Nederlandse taal
English⟶Dutch
Accomplish
[volbrengen]/əkɑmplɪʃ/
verb
1. Put in effect
- "Carry out a task"
- "Execute the decision of the people"
- "He actioned the operation"
- synonym:
- carry through ,
- accomplish ,
- execute ,
- carry out ,
- action ,
- fulfill ,
- fulfil
1. In werking gesteld
- "Een taak uitvoeren"
- "Executeer de beslissing van het volk"
- "Hij heeft de operatie uitgevoerd"
- synoniem:
- doorvoeren ,
- bereiken ,
- uitvoeren ,
- actie ,
- vervullen
2. To gain with effort
- "She achieved her goal despite setbacks"
- synonym:
- achieve ,
- accomplish ,
- attain ,
- reach
2. Om met moeite te winnen
- "Ze heeft haar doel bereikt ondanks tegenslagen"
- synoniem:
- bereiken
Examples of using
It is easy to say and hard to accomplish.
Het is gemakkelijk te zeggen en moeilijk te bereiken.
I will accomplish my purpose at any cost.
Ik zal mijn doel koste wat het kost bereiken.
Anne will not accomplish anything.
Anne zal niets bereiken.